Op het spreekuur van de praktijkondersteuner

Ik ben met mijn moeder en zus op het spreekuur van de praktijkondersteuner van de huisarts. We zijn daar omdat mijn moeder steeds meer geheugenproblemen krijgt en we ons willen voorbereiden op het moment dat er meer zorg nodig is.

Eerst heeft mijn moeder een paar testjes moeten doen om te kijken hoe het er met haar geheugen voorstaat. Dan mogen wij ook binnenkomen.

De praktijkondersteuner kijkt mijn moeder aan en zegt “we hebben net wat testjes gedaan en er is wel degelijk iets aan de hand met uw geheugen”. Ik kijk voorzichtig naar mijn moeder, ze knikt wat maar verder komt er geen reactie. Op tafel zie ik een getekende klok liggen. Dat is een van de tests. De persoon in kwestie krijgt een papier met een cirkel en moet dan de cijfers invullen. Ik weet dit en had bedacht dat dit mijn moeder nog wel zou lukken. Ik schrik, want ik zie dat de cijfers totaal niet kloppen en de wijzers ontbreken. Verder blijkt dat mijn moeder niet weet hoe oud wij zijn en waar ze woont.

 

 

Mijn moeder is toch niet gek?

De praktijkondersteuner praat nog wat verder en vraagt plotseling aan mijn zus en mij “en wat merken jullie nog meer aan jullie moeder?”  Ik ben even sprakeloos, vraagt ze nu aan ons, waar mijn moeder nota bene bij zit, wat wij nog meer hebben opgemerkt de laatste tijd? No way dat ik dat ga vertellen waar die lieverd bij zit. Waarom doet dat mens alsof mijn moeder gek is? Dit voelt zo ongemakkelijk! Zowel mijn zus en ik zeggen niet zoveel en noemen vooral de dingen die nog wel goed gaan.

Inmiddels heb ik me laten vertellen dat hulpverleners vaker vragen aan familieleden stellen waar de ‘patiënt’ bij zit. Dit zou zijn omdat kinderen of andere familieleden anders allerlei verhalen over de betrokkene kunnen vertellen die niet waar zijn. Ik snap het, maar het onaangename gevoel erover blijft.

We maken een afspraak bij de huisarts, want er zijn ook nog wat lichamelijke klachten en hij gaat waarschijnlijk een doorverwijzing naar een geriater regelen.

 

 

Ik heb gedaan wat ik kon

Onderweg naar het huis van mijn zus vraag ik mijn moeder hoe ze de testjes heeft ervaren. “ik heb gedaan wat ik kon” zegt ze en daar blijft het bij. We drinken nog even gezellig koffie met z’n drieën en dan breng ik haar weer naar haar huis.

De rest van de dag heb ik een raar gevoel in mijn maag. Natuurlijk hadden we al lang in de gaten dat het niet meer helemaal goed ging en dat ze steeds een stukje inlevert. Maar toch, nu ik de bevestiging heb, komt het in een keer hard binnen. Tot vandaag heb ik een beetje ‘gestruisvogeld’. Ik ga 3x per week naar mijn moeder toe, doe boodschappen, zorg dat er eten in de koelkast staat en doe wat huishoudelijke klusjes. De andere dagen gaat mijn zus. We gingen niet eerder naar de huisarts, omdat we zelf wel wisten dat het niet goed ging, daar hadden we hem niet voor nodig (en hadden we het etiket dementie nog niet officieel). Maar als er in de toekomst meer hulp/begeleiding nodig is, is het nodig dat hij de situatie kent. Nu staat het zwart op wit: mijn moeder is dement. Terwijl ik dit typ, doet het pijn. Dit is waar ze zelf altijd zo bang voor was en wat ze afschuwelijk vond als het een ander trof. Het fijne bij haar is dat ze het zelf (nog) niet in de gaten heeft. Ze is altijd al lief geweest, maar ze wordt steeds liever en is ontzettend blij als ze ons ziet en zegt ook steeds dat ze zo tevreden is met wat ze heeft. Dat maakt een hoop goed en zorgt er ook voor dat we graag naar haar toe gaan.

 

 

Verlamd op de bank

Een dag later ben ik doodmoe. Samen met een vriendin ga ik hardlopen op het strand, maar dat lukt niet echt, ik kom gewoon niet vooruit. ’s Middags kom ik ook nergens toe, behalve een beetje Netflix kijken. Het voelt alsof ik jaren terugga in de tijd. Mijn vader kreeg toen ik 19 was, de diagnose slokdarmkanker (hij is er 81 mee geworden!) en ik ben vervolgens jarenlang bang geweest dat hij zou komen te overlijden. Die angst zorgde ervoor dat ik regelmatig uren of dagen verlamd op de bank hing en tot niets kwam. Na lange tijd zocht ik hulp en kon ik eindelijk weer leven zonder dat beklemmende gevoel dat ik altijd had.  Het is de reden waarom ik rouw- en verliescoach ben geworden.

Want dit is ook echt rouwen. Rouwen om mijn moeder die niet meer de moeder is die ze altijd was, die niet meer in de auto springt als er iets is, maar die 4x achter elkaar vraagt of ik iets wil drinken en na minstens 20x vertellen nog steeds niet weet wat haar kleindochter studeert. Dat doet pijn, niet alleen voor mezelf maar ook plaatsvervangend voor haar.

Gelukkig voel ik me de volgende dag een stuk beter. Het voelt goed dat we nu stappen ondernemen. En eigenlijk is er niks veranderd ten opzichte van een paar dagen geleden. Het is nog steeds onze moeder en we houden nog net zoveel van haar als voor ons bezoek aan de huisarts. En zij van ons.
Mijn zus en ik doen wat we kunnen, net zoals mijn moeder.

 

 

Wie zou ik zijn zonder deze gedachte?

Ik heb beetje bij beetje geleerd meer in het moment te leven en niet continu bang te zijn voor wat er misschien komen gaat. Natuurlijk zijn er momenten dat het niet lukt, het onder mijn huid kruipt en ik toch weer verlamd op de bank zit, maar dat duurt zelden langer dan een paar uur. Ik probeer dan echt te voelen wat er is en daar niet voor weg te lopen. Mezelf af te vragen ‘is het echt waar wat ik nu denk’, ‘wat doet deze gedachte met mij’ en ‘wie zou ik zijn zonder deze gedachte’. In 99% van de gevallen kom ik er dan achter dat mijn gedachten weer met me op de loop zijn gegaan en ik me door die gedachten gek laat maken.

Ik ben blij dat ik inmiddels weet hoe ik uit een negatieve gedachtespiraal kan komen en daar ook anderen mee kan helpen.

Heb jij het gevoel dat je in een rouwproces zit en weet je niet hoe je verder moet? Ik help je graag. Kijk op mijn website www.ellenvanleenen.nl voor meer informatie of stuur een berichtje.