Soms is tijdens een coachgesprek beter om stil en aanwezig zijn…..
Ik word gebeld door een vriendin: “zou je eens bij mevrouw M. langs willen gaan? Ze heeft veel meegemaakt, is heel verdrietig en heeft aangegeven graag met iemand te willen praten.” Ik vraag door en het verhaal van deze mevrouw is diep triest. Ze is 87 jaar en heeft in twee jaar tijd haar beide kinderen en haar enige kleinkind verloren.
De eerste afspraak
We spreken af samen naar haar toe te gaan. We bellen bij haar aan en als de deur opengaat staat daar een heel klein, tenger, krom vrouwtje met heldere ogen. “kom binnen lieve schatten” zegt ze. Ze schuifelt achter haar rollator naar de woonkamer en gaat op de bank zitten. Ze begint te praten over haar vader, over allerlei mensen die ik niet ken, over het weer, over haar moeder, maar niet over haar kinderen en kleinkind.
Ik laat haar haar verhalen vertellen, na een uurtje gaan we weg en heb ik een nieuwe afspraak voor de volgende week gemaakt
Verhalen
In totaal heb ik haar acht keer bezocht. Iedere keer was het weer een verrassing wat ze te vertellen had en hoe haar stemming was. De ene keer was ze lief en vrolijk, de andere keer was ze diep ongelukkig en boos. Ook boos op mij, omdat ik helemaal niks voor haar kon doen. Praten over haar (klein)kinderen heeft ze niet één keer echt gedaan. Als ik er voorzichtig over begon, ging ze binnen een minuut weer over op een ander onderwerp. Wel sprak ze heel veel over haar lieve vader, die veel te vroeg was overleden en over haar moeder die last had van epileptische aanvallen en hoe zij voor haar en haar kleine zusjes moest zorgen.
Elke keer dezelfde verhalen. Ze sprak veel met God, zei ze. “Praat God ook terug?” vroeg ik een keer. Ze keek me aan of ik niet helemaal goed bij mijn hoofd was. “Nee, natuurlijk niet” zei ze, “maar ik vertel hem wel alles en dat helpt”. Ook vertelde ze dat ze vroeger altijd voor iedereen klaar had gestaan en alles voor iedereen regelde. Zorgzaam was ze, ook voor mij. “Als er iets is, dan kom je maar hè? Dan ga je gewoon lekker zitten en vertel je me wat er aan de hand is en dan ga ik je helpen.”
Als je valt, ben je niet verloren
Is het erg dat ze niet over haar verdriet sprak? Ik denk het niet. Soms is verdriet te groot om er woorden aan te geven. Als je 87 bent en je moet dit meemaken, dan is het misschien wel een zegen dat je wat vergeetachtig bent. Maar ook al sprak ze er niet over, ze gaf wel aan heel erg ongelukkig te zijn en zich ziek te voelen. Wat dat betreft kent dementie geen genade. Maar vaak zei ze ook: “als je valt ben je niet verloren, maar als je niet meer opstaat wel.” En dat opstaan heeft ze heel wat keren moeten doen in haar leven.
Het feit dat ze niet wilde praten over haar verdriet was voor mij best ingewikkeld. Kon ik eigenlijk wel iets voor haar betekenen? Achteraf denk ik van wel.
Er gewoon zijn
Op een middag kwam ik bij haar en ze lag te kreunen op de bank. “Ik heb zo’n pijn” zei ze. Ze kon bijna niet praten en lag helemaal te trillen. “Ik heb zulke koude handen.” Ik ben bij haar op de bank gaan zitten en heb een uur lang haar handen vastgehouden. In het begin bleef ze maar trillen en kreunen van de pijn. Na verloop van tijd werd ze steeds rustiger en viel uiteindelijk in slaap. Toen ze na een poosje wakker werd, keek ze me aan met zo’n dankbare lieve blik dat ik wist dat er gewoon zijn soms meer dan voldoende is.
Hereniging
Uiteindelijk is ze een paar maanden na mijn eerste bezoek overleden. Ouderdom? Ja, maar waarschijnlijk nog meer van verdriet. Ik weet niet of er ‘iets’ is na dit leven, maar ik hoop met heel mijn hart dat ze is herenigd met haar ouders, kinderen en kleinkind.