Iedereen krijgt in zijn leven te maken met rouw. Zeker in deze periode komen veel verschillende manieren van rouw voor (verlies van dierbaren, verlies van werk, verlies van sociale contacten, enz.) En iedereen heeft een andere kijk op de manier hoe daarmee om moet worden gegaan. Er zijn veel misverstanden, oordelen en aannames. Hier krijg je bijna altijd mee te make als je in een rouwproces zit.  Hieronder neem ik er tien met je door.

 

1. Als je niet huilt, ben je niet verdrietig

Dit is absoluut niet waar. Niet iedereen kan huilen en zeker in de eerste periode na een verlies kan je in een soort shock verkeren, waardoor de realiteit nog niet binnenkomt. Iedereen verwerkt zijn verlies op een andere manier. Maak je dus ook geen zorgen als je niet (veel) huilt. Pas op het moment dat je het gevoel hebt dat je niet meer verder kunt en niet meer kunt functioneren, is het goed (professionele) hulp in te roepen.

 

2.  Na een jaar is het over

Je hoort vaak zeggen dat als je eenmaal alle feestdagen, verjaardagen en seizoenen een keer hebt meegemaakt, je het ergste wel achter de rug hebt. Rouw verloopt bij iedereen anders en zal bij de een sneller lichter voelen dan bij de ander. Ik hoor van sommige cliënten dat het na een jaar eigenlijk erger wordt, juist omdat de omgeving er dan vanuit gaat dat het dan toch wel over zal zijn en ze het idee hebben dat ze er niet meer over mogen praten.

 

3. Rouwen doe je pas ná een verlies

Dat kan, maar als er aan het overlijden een ziekbed voorafgaat, begint het rouwproces al eerder. Rouw is er ook als bijvoorbeeld jij of je partner een ernstige chronische ziekte krijgt, die jullie leven drastisch verandert. Dan rouw je om het verlies van het leven dat jullie samen hadden en om de plannen die jullie hadden gemaakt en nu niet meer door kunnen gaan. Maar ook om de normale dagelijkse dingen die eerst ze gewoon waren, maar nu niet meer kunnen door lichamelijke of psychische beperkingen.

 

4. Iedereen rouwt op dezelfde manier

Niemand rouwt op dezelfde manier en in hetzelfde tempo. Zelfs als in een gezin een ouder overlijdt, rouwen alle kinderen anders. Ze hebben  allemaal een andere relatie met de overleden ouder gehad. Hoe je rouwt en hoe lang het rouwproces duurt, hangt onder andere af van je relatie met de overledene, je karakter, je opvoeding, je sociale omstandigheden en de eerdere verliezen die je hebt geleden.

 

5. Je moet je overleden dierbare loslaten om verder te kunnen

Wat mij betreft onzin. Dat zou inhouden dat je nooit meer aan iemand denkt en er ook niet meer over praat. Je kunt iemand toch niet loslaten waar je veel van hebt gehouden? Er wordt weleens gezegd loslaten is anders leren vasthouden.  Door bijvoorbeeld fijne herinneringen op te halen blijf je in verbinding en dit kan veel meer steun geven dan krampachtig proberen los te laten.

 

6. Je moet veel praten over je verlies

Praten over het verlies is een manier om met je verlies om te gaan. Maar dit hoeft zeker niet de enige en beste manier te zijn. Als je het niet fijn vindt om te praten, is dat prima. Het kan zijn dat dat gewoon niet bij je past. Misschien vind jij het fijner om te gaan sporten of creatief bezig te zijn. Er helemaal niet over praten is ook weer niet goed. Probeer een balans te vinden die voor jou goed voelt.

 

7. Rouw heeft een eindpunt

Ook dit klopt (helaas) niet. Rouw is iets wat je je hele leven lang meeneemt. Gelukkig blijft het niet altijd even zwaar en ben je niet je hele leven verdrietig. Het is iets wat je integreert in je leven en wat bij bepaalde gebeurtenissen steeds weer even opkomt.  Bijvoorbeeld: Als je kleine kinderen hebt en een van je ouders overlijdt, zal je die ouder steeds missen op verjaardagen, feestdagen, als je kinderen examen doen, trouwen en zelf kinderen krijgen. Op allerlei bijzondere en minder bijzondere dagen zul je de mensen die er niet meer zijn missen. Het gemis groeit als het ware met je mee, het wordt een deel van je levensverhaal.

 

8. School of werk hoeven zich niet met verlies en rouw bezig te houden, dat hoort thuis in de privésfeer.

Ook dit is een enorm misverstand. Als je iemand verliest kun je je verdriet en al die andere emoties en gevoelens niet thuis op je nachtkastje leggen. Je neemt ze mee naar school of je werk. Als er op school en op het werk aandacht is voor rouw, heeft dit een positieve invloed op de leerling/werknemer. Niets is zo fijn als je gehoord te voelen en te weten dat je je verhaal kwijt kunt. School en werk geven dan op een goede manier afleiding en structuur en die zijn beide hard nodig in een rouwproces.

 

9. Verdriet om iets dat er nooit is geweest, is geen rouw.

Je kunt zeker rouwen om iets of iemand dat/die er nooit is geweest of er zal zijn. Zoals een ongewenste kinderloosheid, een goede band met je moeder of vader, het vinden van de liefde van je leven, een stilgeboren kind of een miskraam in de vroege zwangerschap.  Je kunt ook rouwen om het verlies van iemand waar je nooit over mocht spreken, zoals bijvoorbeeld het overlijden van een getrouwde minnaar. Daar kun je ook geen afscheid van nemen. Er zijn zoveel vormen van verlies en iedereen die dit meemaakt heeft het volste recht op rouw

 

10. Rouwen moet je alleen doen

Over emoties of gevoelens praten is niet voor iedereen even makkelijk. Denk niet te snel dat je anderen met je verlies lastigvalt. De meeste mensen vinden het fijn als ze iets voor je kunnen doen en leven met je mee. Vraag hulp als je het nodig hebt. Het is voor een ander niet altijd makkelijk om aan te voelen waar jij behoefte aan hebt.

Heb je het gevoel dat je het alleen moet doen, omdat er niemand is waar je je verhaal aan kwijt kunt? Of vind je dat je niet meer goed kunt functioneren en loop je vast in je rouwproces? Dan nodig ik je graag uit voor een gesprek.